Wat Zal Uw Einde Zijn?



Wat is het belangrijkste? Een goed leven hebben, of een goed levenseinde? Natuurlijk is het einde belangrijker dan het begin. Jezus vertelde de parabel van de twee kinderen. De ene had aanvankelijk een verkeerde instelling, maar hij draaide bij. De andere zei ja, maar ging uiteindelijk niet (Mat.21:28-32) Het punt van de parabel is dat veel zondaren op het einde meer gerechtvaardigd zijn dan de vromen, en dat het er niet toe doet hoe we begonnen zijn, maar hoe we zullen eindigen. 

Dit lijkt allemaal zo voor de hand liggend voor de meeste mensen. Waarom falen dan zovelen van hen  die toch alle gaven voor succes hebben? Zelfs de Bijbel staat vol met verhalen van mensen die goed begonnen en op het einde toch faalden. Het meest tragische van deze is Salomon die alles voor zich had maar uiteindelijk van zijn leven een totale mislukking maakte.

Zelfs een groot man als Samuël verloor naar het einde van zijn leven zijn goede beoordeling toen hij zijn ongerechtvaardigde zonen aanstelde als rechters over Israël. (1Samuel 8:1-3). Saul, de eerste koning van Israël, startte heel goed maar zijn einde was tragisch. Hij schreef zijn eigen grafschrift:Zie, ik heb dwaas gehandeld, en zeer ernstig gedwaald."(1Sam. 26:21). Verscheidene andere koningen van Israël en Juda volgden Saul’s voorbeeld en verlieten later het pad des Heren in hun leven.

Een van de grote tragedies in mijn ervaringswereld was te zien hoe mannen van God, die ik ooit bewon-derde, zich op latere datum hebben afgewend. Sommigen verhieven zich met trots, anderen vervielen in ketterij, sommigen vervielen in zonde zonder berouw te tonen terwijl anderen koud begonnen blazen en onverschillig werden voor de dingen van God. Dan zijn er dezen die het merkteken misten en zich lieten afleiden naar de jacht op konijnen. Allemaal lijken ze blind voor hun falen. Fysiek en mentaal aftakelen op hoge leeftijd is één ding, maar er is niets meer pathetisch dan een man (of vrouw) die hun vuur, visie en hoop in de Here hebben verloren.
Dit stoort me geweldig. Het stoort mij wegens de bewondering en hoop die ik had voor deze mensen, en voor de reële kans, dat ik kon worden zoals zij.

Maar het hoeft niet zo te zijn!

Ik herinner mij Mozes die “was 120 jaar oud toen hij stierf; zijn oog was niet verduisterd en zijn kracht was niet geweken" .(Deut.34:7). Dit gaat niet alleen over zijn natuurlijke potenties, maar ook over zijn geeste-lijke vitaliteit. Lees maar zijn laatste boodschap in Deuteronomium 33. Hij was nog steeds vervuld met ontzag voor de majesteit God die hij diende. IJver voor God’s volk, voor de waarheid en voor gerechtig-heid dreef hem voort.  Hij ging geen compromissen aan, nog links, nog rechts. Hij hield nog steeds even intens van de Here en van Zijn volk als bij zijn eerste roeping.

Een van mijn helden is Caleb. Deze man was 40 jaar oud toen hij het land verkende samen met 11 andere spionnen. ( Hij en Jozua waren de enigen die een goed rapport meebrachten). Hij bracht daarna 40 jaar dwalende door in de woestijn, afwachtend tot zijn landgenoten stierven. Op zijn 80ste staken ze de Jordaan over en vochten de daaropvolgende 5 jaar de oorlogen van de Here bij de inname van het land. Dus toen was hij er 85 (zoals wij op ons 85), en men zou denken dat hij klaar was voor zijn pensioen. Hij had een lang en hard leven achter de rug. Maar dit is wat hij zei: "ik ben thans nog even sterk als toen Mozes mij uitzond; de kracht die ik nu bezit is dezelfde als die ik toen had, kracht om te strijden, en om uit en in te gaan.” (Jozua 14:11).

Toen Israël het land veroverde lieten ze sommigen delen van het land onaangeraakt. Het waren de moeilijkste plaatsen om te vechten - de bergen. De bergen hadden de sterkste steden en deze steden waren de bolwerken van de reuzen. Toen iedereen het had opgegeven en klaar stond om op rust te gaan, leverde deze 85-jarige oude veteraan de moeilijkste slag van zijn leven en kwam er als overwin-naar uit.

Wat een voorbeeld. In plaats van stilletjes uit te doven werd hij alsmaar sterker en moediger bij het ouder worden. Het wordt verkeerd aangenomen dat we ijver inboeten voor wijsheid bij het ouder worden. Caleb, Mozes en nog anderen gaven niets van hun gedrevenheid op toen ze de wijsheid van jaren toevoegden aan hun dapperheid Moge dat ook voor ons waar worden.

We geloven dat zij die een goede start hebben gehad in het leven bevoordeeld zijn tegenover hen die minder gelukkig begonnen. Maar Jezus zei: “Maar vele eersten zullen de laatsten zijn, en de laatsten de eersten.” (Mar.10:31). Het maakt echt niet uit hoe we beginnen, maar wel hoe we eindigen. Hebr.3:14 zegt: “…want wij hebben deel gekregen aan Christus, mits wij het begin van onze verzekerdheid tot het einde onverwrikt vasthouden" .

Soms is niet het begin het probleem, maar wat er tussendoor gebeurt, dat resulteert in een ontgooche-lend einde. Maar hoe erg ook de vervolging en de tegenstand, Jezus zei “wie volhardt tot het einde, die zal behouden worde.” (Mat.10:22).

Nog iemand die glorieus eindigde was Paulus. In zijn schrijven aan Timotheüs verduidelijkt hij het geheim voor een zekere toekomst. Eerst zei hij: “Om die reden draag ik ook dit lijden, en ik schaam mij daarvoor niet, want ik weet, op wie ik mijn vertrouwen heb gevestigd, en ik ben ervan overtuigd, dat Hij bij machte is, hetgeen Hij mij toevertrouwd heeft, te bewaren tot die dag.” (2Tim.1:12). Onthou dat de Here in staat is om dat te bewaren, wat Hij ons heeft toevertrouwd. De Here kan niet bewaren wat Hij niet heeft toever-trouwd. Soms overschatten we onszelf en denken we het op eigen houtje te kunnen.

Maar het verhaal gaat verder. In het volgende vers zegt hij aan Timotheüs “Neemt tot voorbeeld de gezonde woorden die gij van mij gehoord hebt, in het geloof en de liefde, die in Christus Jezus is." (2Tim.1:13). De Here bewaart wat Hij ons heeft toevertrouwd, maar we moeten ons houden aan gezonde lering, in geloof en liefde. In het volgende vers zegt hij: “Bewaar door de H.Geest die in ons woont, het goede, dat u is toevertrouwd." (2Tim.1:14). De Here wil ons bewaren, maar wij moeten bewaren wat Hij ons heeft toevertrouwd. Als we de dingen bewaren die Hij ons heeft gegeven, zal Hij ons bewaren. We kunnen onszelf niet bewaren – dat is Zijn job, maar we dienen ons wel aan Zijn Woord te houden.

Hebreeën openbaart Jezus als “de leidsman en voleinder des geloofs” (Hebreeën 12:2). Vier keer herinnert het boek Openbaring ons dat Jezus is de “Alfa en de Omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde.” (Open.1:8:11, 21:6, 22:13). Prijs God, Hij is niet enkel het begin maar Hij is ook het einde. We vertrouwen er op: “dat Hij, die in u een goed werk is begonnen, dit ten einde toe zal voortzetten, tot de dag van Christus Jezus.” (Fil.1:6).

De God nu des vredes, die onze Here Jezus, de grote herder der schapen, door het bloed van een eeuwig durend verbond heeft teruggebracht uit de doden, bevestige u in alle goed, om zijn wil te doen, terwijl Hij aan ons doe, wat in zijn ogen welbehagelijk is, door Christus Jezus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen." (Hebr.13:20-21).